Jos Kunst home page: Nederlands | English
door Jos Kunst (1975)
Typoscript, gedateerd 11/6/1975; voor zover ik weet niet eerder gepubliceerd. Oorspronkelijk geschreven voor het Bijscholingsinstituut van het Amsterdams Konservatorium (BIVAK), in het kader van een "Diskussie over engagement" die plaatsvond op 24 maart 1975 te Amsterdam.
Ik vrees dat als Eisler spreekt van de "potentieel intelligente massa", hij een idee van intelligentie hanteert dat de eventuele realisatie van zijn idealen in de weg staat, en dat bovendien fout is.
Het idee dat de hersens van enig ander mens minder ingewikkeld zouden zijn, of minder dingen zouden kunnen verwerken dan de mijne, roept bij mij enorme intuïtieve weerstanden op. Ik geloof dat er voor de evidente verschillen in functioneringswijzen en -niveaus die er zijn een andere, simpelere verklaring is, te vinden in de "talen" die een functionerend stel hersens aangeboden krijgt en uitbouwt. Ik geloof dat iemand, om het werk aan de lopende band uit te houden, een specifieke intelligentie moet produceren, een taal met en tegen de machines en zijn sociale omgeving, die hem op korte termijn in staat stelt niet af te knappen, maar waarvan ik stel dat ze op de lange termijn niet in zijn voordeel werkt. Zo'n "taal" hanteert gebaren en voorwerpen, manieren van ermee om te gaan, woorden, andermans gewoonten, pesterijen, vluchttechnieken, maskers, tics, rituelen... en zal zich in werkelijkheid op een hoog complexiteitsniveau van menselijke intelligentie bevinden. Als ik dus behoefte heb om, volgens mijn wereldbeeld, zijn lot te verbeteren en hem sociaal effectievere bewapening toe te spelen, doe ik wijs niet net te doen alsof er nog geen bewapening is, want die is er wel degelijk, van een soort dat hem in feite isoleert en, ook tegen mij, verdedigt.
Die "talen", die soorten intelligentie zouden eigenlijk gebruikt moeten worden in de communicatie. De enige weg schijnt mij daarvoor te liggen in het handelen. Alle talen staan in onmiddelijk contact met handelen, èn iemands handelen is een taal van hem. Verder ook in het verbale praten dat het handelen begeleidt. De woorden-talen hebben in de filosofie de naam in te kunnen haken op alle andere talen. Laten ze dat maar waar maken. Ze vormen in ieder geval in onze sociale jungle de meest verspreide soort.
Dit klinkt nogal negatief voor de muziek; ik geloof dat het dat ook is.
Nemen we het geval van de "gewone" actie-muzieken, simpel, recht op en neer. Als die in een gegeven context ergens goed voor is, bv door door het gezellig te maken het verlopen van een actie tegen te gaan, vooruit dan maar. Maar we moeten wel een paar dingen overwegen. a) Musici die andermans conflicten met hun stukjes gaan opluisteren komen terecht in de rol van de franse studenten in 68 bij Renault. Wij mogen nu wel weten hoe de arbeiders van Renault in 68, behalve wellicht ongelijk, ook gelijk hadden de studenten aan de deur te zetten, die zich op een koopje met hen kwamen solidariseren. We geloven niet meer genoeg, mag ik hopen, aan de magie-van-de-plaats om aan te nemen dat musiceren aan de fabriekspoort genoeg is om met mensen die hun leven aan de lopende band slijten "solidair" te worden. Solidariteit, wil ze wat uithalen, moet gebaseerd zijn op een werkelijk gedeelde situatie (en is, voor zover die bestaat of kan worden gemaakt, ook werkelijk mogelijk). Een leeg solidariteitsgebaar werkt demoraliserend. b) Ernstig wantrouwen verdient het bevestigen van een bestaand stabiel conflict op "afgesproken" terrein, zonder listen, gehoorzamend aan een ritueel waarin Wilhelmus staat tegenover Internationale. Dat lijkt op een loopgravenoorlog waarin de handhaving van de status quo doel lijkt van beide partijen. Beide kennen ze elkaars wapens en hebben ze de perfecte verdediging klaarliggen. Symbolen tegen symbolen in een onderling solidaire pseudo-strijd. Ondertussen vallen er wel slachtoffers. Zo heeft de beoogde duidelijkheid ("met andere muzieken kun je alle kanten op") alleen immobilisering tot resultaat. Met déze muziek kunnen we geen enkele kant op. Voorlopige stellingname: met geen enkele muziek kun je alle kanten op. c) Gevreesd moet worden dat men bijdraagt aan wat ik eens de "verschroeide aarde tactiek van de bourgeoisie" heb horen noemen, belichaamd in arbeideristische muzieken, actiemuzieken, creatief zijn, weet je wel, en andere vormen van overgave-mystiek.
"De have-nots zijn bezig zichzelf te emanciperen, en dat is de enige manier: vrijheid kun je niet krijgen, alleen nemen. Ze zullen dan ook de hand leggen op onze bewapening. In dit licht moet de welhaast alzijdige infantilisering van de cultuurmuziek de laatste jaren waarschijnlijk gezien worden als een soort "verschroeide aarde" tactiek van de bourgeoisie. Zorg dat de vijand niets in handen valt; we houden zelf dan wel bijna niets over, maar zij krijgen helemaal niks."
Wat te doen? Imbecilisatie toelaten komt neer op een soort boekverbranding. Is muziek dan, in een practisch perspectief, met boeken gelijkwaardig? Ik denk dat muziek anders werkt, en voor meningen en stellingnamen minstens zo belangrijk is als inhoudelijke informatie.
Het is in het algemeen altijd zo dat een mens door alles wat hem overkomt in zijn meningen en stellingnamen alleen maar wordt bevestigd en versterkt. Ook door krantenberichten, discussies, opiniërende teksten etc. Een eenmaal gevestigde mening hangt samen met een denk-structuur, een verzameling associatievoorkeuren, een qualitatief specifieke complexiteit van verbanden zien en leggen, die op een gegeven moment in staat is om alle binnenkomende informatie juist zó te plaatsen en in te zetten, dat ze er "als vanzelf" door gesteund en bevestigd wordt. Een eenmaal goed gevestigde mening brengt mij ertoe "instinctmatig", onberedeneerd, alles te gebruiken als argument vóór mijn standpunt.
Ik geloof dat iets als muziek misschien nog de beste kansen maakt een correctief te kunnen zijn op dit "imperialisme van de gevestigde mening" en om dat aannemelijk te maken verwijs ik deze keer, behalve naar Umberto Eco's Structure absente, een van de weinige semiologieboeken die iets over muziek zeggen, naar de werking van het instinct bij dieren. Dat laat ons nl zien hoe beslissend een door bepaalde te verwachten prikkels geactiveerde, maar in zichzelf zuiver formele voorprogrammering van het denken is. De graad van complexiteit en specialisering van in dierenhersens voorgeprogrammeerd gedrag hoeft hier niet door voorbeelden te worden aangetoond.
Mensen zijn volgens velen minder door erfelijke instincten belast dan dieren. Wat daar ook van zij, het lijkt me zeker dat mensen hoog ontwikkelde non-verbale talen hanteren om hun voor-programmeringen op elkaar aan te laten sluiten. Je zou kunnen zeggen dat we, bv via muziek, voortdurend trachten elkaar overtuigend en gestuurd "instinct" aan te smeren, waar we daarom dan ook alweer verantwoordelijk voor worden. We zijn medeverantwoordelijk voor onze en elkaars voorprogrammering: we "denken" tenslotte niet alleen in woorden-taal, en mogen dus best weten dat er dingen in ons zijn die ook al kunnen we ze niet in woorden formuleren toch niet "on(der)bewust" mogen heten, omdat het bewustzijn (ruimer dan het verbale) ze kan pakken via andere talen dan de verbale.
Iedere gegeven muziek nu, als we ze "mooi" gaan vinden, heeft ons overgehaald naar bepaalde associatietypen, bepaalde manieren van verbindingen leggen-en consequenties-laten-hebben, en telkens is er dan iets veranderd in de mogelijkheden van onze voorprogrammering, en daarmee in de denk-structuur waar concrete informatie en opinies later terecht gaan komen. Mooi = totaal overtuigend.
Angst voor manipulatie-paranoia moet worden weggewuifd. Iemands "instinct" communiceert in een taal waar ze allebei goed in zijn met iemand anders zijn "instinct", en dat laat zich daardoor overtuigen of niet. De situatie is exact parallel aan n'importe welke "rationele" discussiesituatie.
Jos Kunst home page Nederlands | Jos Kunst home page English | Sitemap