XVII One way
for small orchestra (1970)
commentaar

door Jos Kunst (vóór 1975)

Ongedateerd typoscript.

Niemand weet ook maar bij benadering hoe trekvogels zich oriënteren. We kunnen er dus vrij over praten. Bezitten ze een soort zintuig dat wij niet hebben? Misschien nemen ze in het landschap onder hen, in de wind om hen heen, in de zon boven hen dingen waar die voor hen oriëntatiepunten zijn, bakens die aan hun wereld een gerichtheid geven; die een soort magnetisch veld rond de aarde voor hen zichtbaar maken waarvan de polen vertrekpunt en reisdoel zijn.

Hiermee is ook hun beperktheid vastgesteld. Ze komen alleen maar van hun vertrekpunt naar hun reisdoel, en ze hebben geen vrijheid, geen verantwoordelijkheid. Ze planten zich voort; ze houden als vanzelf de soort in stand.

Voor mensen geldt dit niet. Zij hebben, dunkt mij, tot taak de mogelijkheden die hun door de evolutie zijn toegespeeld, voor zover zij dit kiezen, te gebruiken. Maar zij moeten wel kiezen. Hun vrijheid moeten zij verwerkelijken. En vrijheid impliceert ook andermans vrijheid. (Meer of minder spontane blindheid voor deze laatste wet is de grondfout van het zgn. rechtse denken.)

Een vrije zaterdag is dus nog geen vrijheid, en voorlopig zal ons practisch denken zich nog moeten richten op het produceren van vrijheid. Kan een stuk muziek daarbij helpen? Mijn stuk probeert het, en wel op minstens twee manieren. Beide hebben te maken met emancipatie en zelforganisatie. De ene behandelt de relatie van mensen tot mensen, en komt neer op een anarcho-syndicalistisch model, dat in dit gezelschap geen verdere toelichting behoeft. De andere behandelt de relatie tussen mensen en dingen, en komt neer op zoiets als de emancipatie van de dingen. De vogels waarover ik het in het begin had gebruiken de dingen als bakens; ook de meeste mensen beschouwen dingen als middelen tot een doel dat zelf geen ding meer is. Dit is een strikt éénzijdige (one way) relatie. Maar het zou best wel eens zo kunnen uitpakken, dat als we de dingen gaan toestaan zich te emanciperen, er een andere werkelijkheid boven zou komen waarin deze relatie even eenzijdig maar in richting omgekeerd zou komen te liggen, een werkelijkheid waarin de dingen ons zouden gaan gebruiken, en zich van ons bewustzijn bedienen om zich zelf te organiseren. Stelt u zich eens voor hoe de reis van onze trekvogels zou verlopen als hen dit plotseling overkwam! Degenen onder U die nu aan rampen denken hebben geen gelijk. Want de vogels zouden niet meer op reis zijn, en zelfs geen vogels meer.

Vogels denken hier niet over na, geloof ik. Mensen soms wel; maar degenen onder ons wie de emancipatie van de dingen ooit werkelijk zou lukken, zouden natuurlijk wel ophouden mensen te zijn.

Mijn stuk prijst zodoende minstens twee soorten revolutie aan. Alleen: op ieder vlak van het bestaan is maar één manier (one way) effectief, en dat belast ons met verantwoordelijkheid. Revolutie moet tenslotte worden gemáákt.

 Luister naar 44 seconden One way (maat 1-11; 345K)